"...the thingness of something becomes apparent when it is no longer functioning as it did before or it becomes dysfunctional or if it appears in an unexpected place..."


De Duiding Aller Dingen

I was going to not buy any books today but it was hard. I even put some books back (or rather I hid them so someone else can’t buy them, which is a kind of stealing I guess — a via negativa way of having something) including a hardback copy of Renata Rubinstein’s Niets te verliezen en toch bang :

Een van de meest onthutsende egodocumenten in de Nederlandse literatuur. Renate Rubinstein geeft een openhartig en sober verslag van haar woede, verdriet en angst tijdens en na de breuk van haar huwelijk. Het boek is een afwisseling van spontane reacties op wat er tijdens de scheiding gebeurde en indringende terugblikken achteraf.

Why?
Fool!
(I’ll go back and get it tomorrow, as I always knew I would.)

But I bought Reve’s Tien Vrolijke Verhalen in hardback for €2 and a copy of De Duiding Aller Dingen. It is difficult to imagine a more beautiful title; the word duiding’ sits somewhere in the triangle of meaning formed by explanation, clarification and interpretation — but it is not clear to me what it is the title of. The book, published in the year after Reve’s death, is a collection of articles he wrote for Elsevier and interviews.

On the back it says :

Gedurende zijn lange schrijverscarrière publiceerde Gerard Reve (1923-2006) verschillende verhalen, gedichten, brieven en beschouwingen in Elsevier. Tevens liet hij zich enkele malen uitgebreid door Elsevier-redacteuren interviewen. Ten slotte verschenen in dit blad diverse reportage over de grote volks- schrijver, zijn reizen, zijn woonplekken. Al deze stukken van en over Gerard (Kornelis van het) Reve zijn bijeengebracht in deze bundel. Beginnend met zijn hilarische verslag van Een lezing op het land’ uit 1959, waarin een onbekrompen schenken’ van alcoholische dranken tot surrealistische taferelen leidt, en eindigend met zijn essay over de echtheid van de lijkwade van Turijn uit 1993, zien we de schrijver Reve zich ontwikkelen van een zwarte humorist tot en ernstige beschouwer van religieuze mysteriën. In de interviews, die de periode 1966-1997 bestrijken, is eenzelfde ontwikkeling waarneembaar:   de honderduit pratende, met bon mots en anekdoten strooiende Van het Reve van 1966 is in 1997 een in zichzelf gekeerde man geworden die bij voorkeur vertoeft in zijn eigen, mythische wereld. De constante onder die evolutie is zijn gedurige streven naar duiding, met de onvoorwaardelijke inzet van zijn hele persoon. Bij Gerard Reve was het altijd alles of niets’.

😢


 

linksblog

2023